
Toegangspunten voor packet-gegevens
Druk op
, selecteer
Instrumenten
>
Instellingen
>
Verbinding
>
Bestemmingen
>
Nieuw toegangspunt
en volg de instructies op het
scherm. U kunt ook een van de groepen met
toegangspunten openen, een toegangspunt
selecteren waarvoor de aanduiding wordt
weergegeven en vervolgens
Bewerken
selecteren.
Volg de instructies van de serviceprovider.
Maak een keuze uit de volgende opties:
197
Instellingen

●
Naam toegangspunt
— U krijgt de naam van
het toegangspunt van de serviceprovider.
●
Gebruikersnaam
— De gebruikersnaam kan
nodig zijn bij het maken van een
gegevensverbinding en wordt doorgaans
verstrekt door de serviceprovider.
●
Vraag om wachtwoord
— Selecteer
Ja
als u bij
aanmelding op de server telkens een nieuw
wachtwoord moet invoeren of als u het
wachtwoord niet in het apparaat wilt opslaan.
●
Wachtwoord
— Een wachtwoord kan nodig zijn
bij het maken van een gegevensverbinding en
wordt doorgaans verstrekt door de
serviceprovider.
●
Verificatie
— Selecteer
Beveiligd
om uw
wachtwoord altijd gecodeerd te verzenden of
Normaal
om uw wachtwoord indien mogelijk
gecodeerd te verzenden.
●
Homepage
— Voer het internetadres of het
adres van de multimediaberichtencentrale in,
afhankelijk van het toegangspunt dat u instelt.
Selecteer
Opties
>
Geavanc. instellingen
en kies
een van de volgende opties:
●
Netwerktype
— Selecteer het
internetprotocoltype om gegevens over te
dragen van en naar het apparaat. De andere
instellingen zijn afhankelijk van het
geselecteerde netwerktype.
●
IP-adres telefoon
(alleen voor IPv4) — Voer het
IP-adres van het apparaat in.
●
DNS-adressen
— Voer de IP-adressen van de
primaire en secundaire DNS-servers in (indien
vereist voor de serviceprovider). Neem voor deze
adressen contact op met uw internetprovider.
●
Proxyserveradres
— Voer het adres van de
proxyserver in.
●
Proxypoortnummer
— Voer het poortnummer
van de proxyserver in.